Marian Markelo is bestuurslid bij het NiNsee en ze is ingewijd als winti-priesteres. In dagblad Trouw gaf Marian vorige week een uitgebreid interview over de winti-cultuur en haar werk als winti-priesteres.
Marian heeft jarenlange ervaring in het beoefenen van de geneeskunst die van oudsher bij het winti-geloof hoort. “Door contact te maken met bovennatuurlijke krachten wordt de oorzaak van psychosomatische en sociale problemen opgespoord. Kruidenbaden en andere reinigingsrituelen spelen een belangrijke rol in het herstellen van de balans”, aldus Marian.
Ze vindt dat winti-genezing een plek moet krijgen in de reguliere geestelijke gezondheidszorg, maar constateert daarnaast dat de échte kwaal het individu overstijgt. “Er is een collectieve heling nodig. De doorwerking van het slavernijverleden komt in de eerste plaats tot uiting in de maatschappelijke achterstand van de nazaten. Dat is een politiek issue. Het gaat om het creëren van kansen, om het herverdelen van welvaart. Het heden is de optelsom van wat er in het verleden is gebeurd. Als we daar niets mee doen, kan het verleden nooit voltooid worden en moeten we het nog eeuwen in de bek kijken.”
Markelo pleit ervoor om winti in te zetten op nationaal niveau. Tijdens de herdenking van het slavernijverleden op 1 juli in het Amsterdamse Oosterpark brengt ze ieder jaar een plengoffer aan álle voorouders die tot slaaf zijn gemaakt. Dat is een ritueel waarbij water wordt uitgegoten om goden of voorouders te eren. De laatste jaren wordt de ceremonie live uitgezonden door de NOS. “Ook dat is een vorm van heling”, zegt Markelo. “In het joods-christelijke Nederland voer ik een oud Afrikaans ritueel uit, dat in het verleden door de slavencriminelen is onderdrukt.”
In de tijd van de slavernij mochten er op de Surinaamse plantages geen winti-rituelen worden uitgevoerd. Angst om de controle over de tot slaaf gemaakte populatie te verliezen, speelde een grote rol. Het manipuleren van bovennatuurlijke krachten door opstandige Afrikanen zou weleens nadelig uit kunnen pakken voor de plantagehouders.
Winti werd verboden en is met hulp van christelijke argumenten eeuwenlang voorgesteld als een demonische praktijk. Pas in 1971 werd het uit het wetboek van strafrecht gehaald. Markelo groeide op in Moengo, in het district Marowijne, waar ze christelijk werd opgevoed. “Ik ben geen gezagsgetrouw of volgzaam mens”, zegt de winti-priesteres. “Ik bevraag alles. Dat deed ik als kind al. Waarom wordt God alleen maar voorgesteld als man? Waarom al die verhalen over straf en kastijding? Toen mijn ouders en de dominee daar geen antwoord op hadden, heb ik op mijn veertiende besloten om niet meer naar de kerk te gaan.”
De jonge Markelo begon zich serieus in winti te verdiepen, maar liep regelmatig tegen het negatieve imago van de religie aan. Een deel van de omgeving zag haar als ‘dat gekke kind’ dat het christelijke erfgoed en het aanzien van de familie verkwanselde.
Lees meer via het interview dat Marian Markelo gaf over winti cultuur aan dagblad Trouw.