Speech Linda Nooitmeer – 1 juli 2023
“Bon dia, Lespeki day, Good day, Goedemiddag , Geachte aanwezigen,
Kijkers thuis in Suriname, het Caribisch deel van het Koninkrijk, excellenties, aanwezigen in het Oosterpark en op het Museumplein.
Namens het bestuur, directie en de staf van het NiNsee heet ik u van harte welkom bij de 21ste herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Caribisch deel van het Koninkrijk en Suriname. Een zeer speciaal welkom richt ik aan Zijne Koninklijke Hoogheid. Koning Willem Alexander en Hare Koninklijke Hoogheid, koningin Máxima.
Dank voor de aanvaarding van onze uitnodiging om vandaag met ons 150/160 jaar na de afschaffing van de slavernij het respect aan de voorouders te tonen. En uiteraard ook een zeer speciaal welkom aan alle bewindslieden van het Kabinet Rutte IV hier aanwezig.
Vandaag vinden er, net als gisteren op verschillende plekken in Nederland, Suriname en het Caribisch deel van het Koninkrijk plaats. En in de afgelopen 3 jaar zijn er in verschillende steden en provincies voor het aandeel van vorige besturen in de slavernij . En niet te vergeten het aantal slavernijmonumenten dat blijft toenemen. Dit zijn bijzondere ontwikkelingen waar we heel blij mee zijn.
Want laten we niet vergeten dat vandaag 10 jaar geleden, bij de herdenking van 140/150 jaar afschaffing van de trans-Atlantische slavernij het NiNsee was wegbezuinigd en de waarborging van een jaarlijkse herdenking op losse schroeven kwam te staan, evenals alle inspanningen om verder in het land de kennis over het slavernijverleden en de herdenking op lokaal niveau georganiseerd te krijgen. Na een doorstart en door inspanningen van alle NiNsee besturen en de tomeloze inzet van vele anderen liggen vandaag de kaarten anders en staan we op een punt dat geen van ons voorzien had. Er is veel bereikt.
Wat echter niet uit het oog verloren kan worden is het feit dat in een significant deel van Europees Nederland de erkenning van dit deel van de Nederlandse geschiedenis nog geen draagvlak heeft. En we constateren ook dat wij in Nederland nog een flink aantal slavernijmonumenten missen.
Dit, terwijl er wél consensus is over het feit dat de Trans- atlantische slavernij en slavenhandel een misdaad zijn tegen de menselijkheid en dat de doorwerking van de trans- Atlantische slavernij voelbaar is in het leven van nazaten van totslaafgemaakten In Suriname, het Caribisch deel van het Koninkrijk en Nederland. Wat is dan de aarzeling? Waarom lijkt het erop dat erkenning mag, maar dat het niets of heel weinig mag kosten:
• geen wroeging waardoor geen excuus, hoe zuinig ook. • Geen geld waardoor geen monument
• en als er wel excuses gemaakt zijn en monumenten geplaatst worden , is er geen of weinig ruimte voor herstel indachtig de wensen van de gemeenschap
Zeker als het herstel de vorm moet krijgen van enige materiele verbetering van de positie van mensen met Afrikaanse roots in Nederland, het Caribisch deel van het Koninkrijk en Suriname. De rapporten over de achtergestelde positie van mensen met Afrikaanse roots in het Koninkrijk en Suriname vliegen ons om de oren. Het kan toch niet waar zijn dat dat gegeven ondanks de mooie woorden gelaten wordt geaccepteerd? Achterstelling, onder advisering, institutioneel racisme hebben impact op de levens van nazaten. Met de kracht van de voorouders baant zich men een weg door het moeras van uitsluiting, maar soms is een investering noodzakelijk.
Wat is dan de aarzeling?
Eerlijk gezegd heb ik niet het antwoord. Maar ik wil wel een gedachte met u delen. Wat als we in onze kern -560 jaar nadat de eerste mensen met Afrikaanse roots tot slaafgemaakt werden- geen ontwikkeling hebben doorgemaakt. In die periode werd zwarte mensen alles afgenomen wat hen mens maakt: de naam, de identiteit, de religie. De dehumanisering van de zwarte mens was daarmee een feit. Er werd letterlijk getornd aan de waarde van de zwarte mens.
Wat als de resten van deze gedachten zich gedurende 400 jaar slavernij genesteld hebben in de krochten van onze diepste gedachten , deze generatie op generatie doorgegeven zijn en zich op cruciale momenten doen gelden: op die momenten waarop het belangrijk is het juiste te doen. Op die momenten waarop de morele verplichting vereist dat invulling van excuses, het proces na de komma, niet alleen kan resulteren in immateriële genoegdoening , maar ook noodzakelijk in materiele genoegdoening.
Op die momenten waarop fatsoen moet prevaleren boven de juridische haalbaarheid van herstel, simpelweg omdat de mensen het waard zijn? Simpelweg omdat het de enige manier is om te komen tot een gelijk speelveld, gelijkwaardigheid en waarachtig verantwoordelijkheid nemen voor alles wat tijdens die periode van misdaden tegen de menselijkheid zich heeft voltrokken?
Wat als de bereidheid om de sociaal- economische en culturele achterstanden van mensen met Afrikaanse roots op te heffen belemmert wordt door dat stemmetje diep in ons hart en in ons hoofd dat “we het ze niet waard vinden”.
Ik snap heel goed dat deze gedachtegang confronterend is. Maar ik denk dat om te komen tot heilzame verwerking we bereid moeten zijn om het ongemakkelijke gesprek eerst met onszelf en daarna met elkaar te voeren. Alleen dan kan nl op basis van gelijkwaardigheid invulling gegeven worden aan het proces na de komma, kan invulling gegeven worden aan de ambitie van dit Kabinet om de gemeenschap als uitgangspunt te nemen en kunnen we als samenleving nader tot elkaar komen. Want begrijp mij goed: Het NiNsee heeft waardering voor het tot op heden getoonde leiderschap door dit Kabinet in dit dossier. Te beginnen met de excuses uitgesproken dor premier Rutte op 19 december 2022. Deze hebben bij velen, een verzachtende werking gehad op de krassen op hun ziel. Wat men ook vond van het proces er naar toe, uiteindelijk doen woorden en tone of voice er toe, uw woorden kwamen binnen .
De op handen zijnde rehabilitatie van onze Curaçaose held Tula op 03 oktober 2023 en de recente rehabilitatie van onze Surinaamse held Anton de Kom en de instelling van de Anton de Kom leerstoel worden zeer toegejuicht.
Wij waarderen het zeer dat het Kabinet op deze manier actief bijdraagt aan het oproepen van een gevoelens van zelfrespect, in het bijzonder bij onze jongeren. Daarnaast zijn we enorm geroerd door het elan van onze medestanders, zij die zich verbonden voelen, de parels in de samenleving, bij de ministeries, in de provincies, in de gemeenten en bij de bedrijven die als ambassadeur en bruggenbouwer ons helpen dit dossier verder te brengen.
Wat ons betreft, is het glas halfvol. We zien uit naar een Herdenkingsjaar waarin de basis wordt gelegd voor een toekomst in verbinding. Ik wens u een bon dia de abolishon, a good emancipation day, wan swit manspasi dey en een fijn keti koti.”